Synoniemen
Osteoartrose, gewrichtsslijtage, ouderdomsslijtage, slijtagereuma.
Wat is het?
Artrose is een aandoening van de gewrichten, ook wel gewrichtsslijtage genoemd. Een gewricht wordt gevormd door twee of meer botstukken. Om de uiteinden van deze botstukken heen ligt een gladde bekleding: het gewrichtskraakbeen. Artrose is een aandoening waarbij het gewrichtskraakbeen in kwaliteit achteruit gaat en op den duur zelfs geheel kan verdwijnen. De bot uiteinden komen dan tegen elkaar en dit veroorzaakt pijn. Ook kan het aangedane gewricht daardoor moeilijker bewogen worden. Verder zal als reactie op de verminderde kraakbeen bescherming het bot zijn dragende oppervlak gaan vergroten om de druk op het gewricht te verminderen. Het gewricht kan daardoor uitsteeksels (osteofyten) vormen, dikker worden en misvormd raken. Het proces van aantasting van het kraakbeen stopt niet en wordt langzaamaan erger. Artrose is niet te genezen. Artrose wordt ook wel tot de reumatische aandoeningen gerekend, maar het is iets heel anders dan reuma. Het heeft ook niets met osteoporose (botontkalking) te maken.
Klachten
Artrose kan overal in het lichaam voorkomen, maar de meest bekende vormen van deze aandoening betreffen de heup- en knie-artrose. Ook in de hand kan echter artrose ontstaan. Meest typisch in het basisgewricht van de duim (ook wel CMC-I artrose, duimartrose of rizartrose genoemd – zie ook onze informatiefolder) of in de eindgewrichten van de vingers. Dit betreft dan ouderdomsslijtage en komt veel vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Pijn en stijfheid zijn de voornaamste klachten bij artrose.
Oorzaak
Artrose kan op verschillende manieren ontstaan. Meestal is de oorzaak slijtage die van nature ontstaat bij het ouder worden. Maar ook overbelasting of herhaalde blessures door bijvoorbeeld sporten of door bepaald werk kan een rol spelen. Tenslotte kan het ook ontstaan door directe beschadiging van een gewricht na een breuk (posttraumatische artrose).
Behandeling
Aanvankelijk worden meestal eerst niet-operatieve behandelmethoden toegepast. Welke methoden gebruikt worden hangt af van de klachten, welke gewrichten in de hand aangedaan zijn en de wensen/verwachtingen van de patiënt. In overleg met de handchirurg of de handtherapeut kan gekozen worden voor: ontstekingsremmende pijnstillers (zgn. NSAID- medicatie), kleine spalkjes, oefentherapie of aanpassingen bij het uitvoeren van veel gebruikte handelingen in het dagelijks leven van de patiënt. Zo kan een simpele ‘penverdikker’ duidelijk pijnverlichtend zijn voor iemand die veel schrijft. Veel meer aanpassingen zijn echter denkbaar en dit maatwerk is bij uitstek het expertisegebied van de handtherapeut. Als al deze middelen uiteindelijk niet (meer) voldoende soelaas bieden, kan voor een operatie gekozen worden. Bij de duimbasis-artrose kan dan één helft van het gewricht verwijderd worden, waarna de ontstane holte al dan niet wordt opgevuld met een rolletje peesweefsel. Deze procedure wordt ook wel de ‘ansjovis’ of ‘sardellen’ plastiek genoemd. Bij artrose van het eindgewricht van de vingers wordt meestal gekozen voor het stijfzetten van het desbetreffende gewrichtje. Bij alle andere gewrichten van de hand en pols kan zowel gekozen worden voor stijfzetten (artrodese) of een gewrichtsvervangende operatie door middel van een prothese. Beide methoden hebben voor- en nadelen, die de handchirurg met de patiënt zal bespreken, zodat in onderling overleg voor de meest geschikte behandeling gekozen kan worden.
Na uw operatie krijgt u een brief mee met de telefoonnummers die u kunt bellen in geval van problemen binnen en buiten kantooruren.