Synoniemen
- Ulnair collateraal band letsel van het metacarpo-phalangeale gewricht van de duim.
- Stener laesie, een ski-duim waarbij het peesje van een van de duimspieren in de scheur van het gewrichtsbandje is vast komen te zitten.
- “Game keepers thumb”, een chronische vorm van een ski-duim, meestal veroorzaakt door langdurig, herhaaldelijke bewegingen van de duim.
Wat is het?
De kleine vinger- en duimgewrichtjes in de hand worden stabiel gehouden door gewrichtsbandjes. Er bevindt zich een bandje aan de onderzijde die overstrekking voorkomt en twee bandjes aan de zijkanten van het gewricht die de zijwaartse stabiliteit verzorgen. Bij een ski-duim is het zij-bandje gescheurd aan de pinkzijde van het metacarpo-phalangeale gewricht van de duim. Dit is het gewricht tussen het middenhandsbeentje van de duim en het eerste kootje van de duim. Meestal scheurt het bandje af van het eerste kootje van de duim, soms met een stukje bot er aan vast. De functie van dit bandje is belangrijk bij het vasthouden van voorwerpen tussen duim en wijsvinger, want dan komt het onder spanning te staan en stevigheid vereist voor een goede functie.
Oorzaak
Dit letsel wordt meestal veroorzaakt door een ongeval waarbij de duim krachtig zijwaarts wordt getrokken, bijvoorbeeld door aan een skistok te blijven hangen. Vandaar ook de naam ski-duim. Soms wordt het veroorzaakt door steeds repeterende bewegingen van de duim waardoor er een geleidelijke overrekking en zwakte van het bandje ontstaat (“Game keepers thumb”).
Klachten
Direct na het letsel is er pijn, zwelling, een bloeduitstorting en verminderde beweeglijkheid van de duim. Later kan er, indien niet of onvoldoende behandeld, instabiliteit van het gewricht optreden met pijn en vervroegde slijtage van het kraakbeen als gevolg.
Behandeling
De behandeling is afhankelijk van de stabiliteit van het gewricht en eventuele schade aan het kraakbeen van het gewricht. Uw handchirurg zal dit tijdens het lichamelijk onderzoek en met behulp van een röntgenfoto bepalen. Soms wordt de duim lokaal verdoofd om nog beter de stevigheid van de bandjes te kunnen testen.
Is het gewricht stabiel, dan kan volstaan worden met alleen een spalk behandeling van ongeveer 4 tot 6 weken aangevuld met handtherapie. Is het gewricht instabiel, is er een stukje bot met het bandje afgescheurd of zit er een peesje tussen de uiteinden van het gescheurde bandje (een zogenaamde Stener laesie) dan is een herstel operatie nodig. Bij slijtage van het kraakbeen van het gewricht, is het niet verstandig om het bandje te herstellen of te reconstrueren. In dat geval kan het gewrichtje beter vastgezet worden omdat anders pijnklachten resteren na de operatie. Is het kraakbeen nog goed, maar verwacht men een slechte heling van het oorspronkelijk bandje (letsel was lang geleden of bij matige kwaliteit van de weefsels), dan kan een reconstructie van het bandje worden verricht met behulp van een peestransplantaat.
Operatietechniek
Meestal is het bandje van het bot afgescheurd en wordt het opnieuw aan het bot vastgezet met een botankertje. Is het bandje in het midden gescheurd, dan kan het gehecht worden met alleen hechtdraad. Ingeval van een botbreuk moet het stukje soms met een schroefje of pennetje worden vastgezet. Vaak is dit stukje bot te klein en wordt het verwijderd en het bandje met een bot-ankertje gefixeerd.
Als een reconstructie van het bandje nodig is, vindt een uitgebreidere ingreep plaats waarbij een stukje pees uit de onderarm wordt gehaald (waar u geen nadeel van ondervindt) om het bandje mee na te maken.
Nabehandeling
Eventuele niet-oplosbare hechtingen worden na ongeveer 10 tot 14 dagen verwijderd. Soms wordt er een pennetje in het gewricht geplaatst wat na zes weken verwijderd zal worden.
De nabehandeling is afhankelijk van de toegepaste techniek. Bij het hechten dan wel opnieuw vastzetten van het bandje met een botankertje krijgt u drie weken een spalk. Na deze periode wordt er door de handtherapeut een afneembaar spalkje gemaakt en krijgt u oefeninstructies. Voor het oefenen en douchen doet de spalk af, maar verder heeft u de spalk continue om tot zes weken na de operatie. Na acht weken mag men volledig belasten.
Is bij u het bandje met behulp van een pees uit de onderarm gereconstrueerd, dan krijgt u een spalk gedurende zes weken. Na deze periode wordt er door de handtherapeut een afneembaar spalkje gemaakt en krijgt u oefeninstructies. Voor het oefenen en douchen doet u de spalk af, maar verder heeft u de spalk continue om tot acht weken na de operatie. Het zetten van kracht zal langzaam worden opgebouwd en na 16 weken mag u volledig belasten.
Herstel
Bij ingrepen aan de botten en gewrichten van de hand kunt u pijnklachten krijgen na de operatie die meestal goed reageren op pijnstilling en het hoog houden van de hand. Direct na de ingreep krijgt u van ons een pijnstiller die u ook op recept voor thuis mee krijgt. Een gevoeligheid van de hand enige maanden tot een jaar na de ingreep is normaal, deze verdwijnt meestal vanzelf weer. Ook mag u verwachten dat u op langere termijn enige stijfheid van het gewricht overhoudt vergeleken met de niet-geopereerde duim. Met handtherapie wordt deze stijfheid tot een minimum beperkt.
Complicaties
Na elke operatie kunnen complicaties optreden. Na deze ingreep kunnen de volgende complicaties optreden:
- Letsel van een zenuwtakje in het operatiegebied met als gevolg een verminderd of veranderd gevoel in deel van de duim
- Stijfheid
- Chronische pijnsyndroom (zie CRPS)
- Infectie
- Bloeduitstorting
- Rest-instabiliteit van het gewricht
Na uw operatie krijgt u een brief mee met de telefoonnummers die u kunt bellen in geval van problemen binnen en buiten kantooruren.