Synoniemen
Fusie van het polsgewricht, het “vastzetten” van de pols.
Wat is het?
Het is een operatie die gedaan wordt omdat er invaliderende pijnklachten zijn doordat het kraakbeen van de pols is aangetast. Na deze ingreep kunt u niet meer buigen en strekken met de pols en ook geen “zwaaibewegingen” meer maken van duimzijde naar pinkzijde van de hand. Draaibewegingen zijn nog wel mogelijk. Doordat de pols is vastgezet zult u hiervan hinder ondervinden in uw dagelijkse verzorging, bijvoorbeeld met het kammen van uw haren of het afvegen van uw billen op het toilet.
Het vast zetten van de pols klinkt echter dramatischer dan dat het is. Naast bovengenoemde nadelen is het een goede behandeling voor de pijn, de operatie heeft voorspelbare resultaten en als u zwaardere werkzaamheden met uw handen verricht zorgt deze behandeling voor een stabiele pols.
Oorzaak
Het kraakbeen in een gewricht zorgt ervoor dat gewrichtsoppervlakken soepel en pijnloos over elkaar kunnen glijden. Ziekten zoals reuma, artrose, de ziekte van Kienböck, infecties en bandletsels kunnen het kraakbeen aantasten en pijnklachten veroorzaken.
Klachten
De belangrijkste reden om de pols vast te zetten is pijn die bij de minste of geringste activiteit optreedt en veelal ook in rust of gedurende de nacht aanwezig is. Er wordt niet zomaar besloten tot deze ingreep. Vaak is er al een traject aan vooraf gegaan met spalktherapie, doorsnijden van kleine zenuwen in de pols, ontstekingsremmende pijnstillers en/of handtherapie en heeft betrokkene daar onvoldoende baat bij gehad. Als er geen andere chirurgische mogelijkheden zijn (waarbij dan meer beweging overblijft met toch een goede pijnvermindering), dan pas wordt deze operatie voorgesteld.
Operatietechniek
De operatie wordt onder narcose of onder regionale verdoving van de arm verricht. U wordt hiervoor opgenomen in het ziekenhuis. Via een snee over de hand- en pols wordt het polsgewricht benaderd. Het kraakbeen tussen de polsbotjes wordt verwijderd en de ruimte wordt opgevuld met botweefsel. Soms is er niet voldoende botweefsel aanwezig in de pols en wordt hiervoor bot uit uw heup gehaald. Dit betekent dat u een extra (klein) litteken krijgt in de lies. Vervolgens worden de botdelen met een stevige metalen plaat en schroeven aan elkaar vastgezet.
Nabehandeling
Na de ingreep krijgt u gedurende één week een gipsspalk. Na deze periode wordt er voor u een beschermende spalk gemaakt die u tot een aantal weken na de ingreep kunt dragen (indien nodig). De vingers kan u gewoon bewegen in deze spalk. Eventuele niet oplosbare hechtingen worden na ongeveer 10 tot 14 dagen verwijderd door de handtherapeut of handchirurg.
Herstel
Bij ingrepen aan de botten en gewrichten van de pols kunt u pijnklachten krijgen na de operatie die meestal goed reageren op pijnstilling en het hoog houden van de hand. Een gevoeligheid van de hand en pols gedurende enige maanden tot een jaar na de ingreep is normaal, en dit verdwijnt langzamerhand. Na zes tot acht weken is de pols stevig genoeg om nagenoeg weer volledig te kunnen belasten. De metalen plaat hoeft niet verwijderd te worden, behalve als deze op termijn pijnklachten veroorzaakt.
Complicaties
Na elke operatie kunnen complicaties optreden. Na deze ingreep kunnen de volgende complicaties optreden:
- Letsel van een zenuwtakje in het operatiegebied met als gevolg een verminderd of veranderd gevoel in een deel van de huid.
- Chronische pijnsyndroom (zie CRPS/dystrofie).
- Infectie.
- Bloeduitstorting.
- Pijnklachten van de metalen plaat en/of schroeven.
- Niet of vertraagd vastgroeien van de botten waardoor weer pijnklachten kunnen ontstaan.
Na uw operatie krijgt u een brief mee met de telefoonnummers die u kunt bellen in geval van problemen binnen en buiten kantooruren.